Een nieuwe GIANTT studie, recent gepubliceerd in het gerenommeerde diabetes tijdschrift “Diabetes, Obesity and Metabolism” laat zien dat niet elke patiënt met diabetes type 2 hetzelfde reageert na het starten op insuline therapie. Onderzoeker dr. Grigory Sidorenkov en collega’s includeerden bijna 1500 Groningse patiënten (gem. leeftijd: 65,6 jaar) die startten met insuline tussen 2007 en 2013 en volgden ze voor 2 tot 4 jaar. Via longitudinale analyses vonden ze drie sub-groepen: Groep 1 (8%) was een gemiddeld jongere sub-groep die een kleine initiële HbA1c daling liet zien, maar vervolgens weer een stijging tot boven de 70 mmol/mol tijdens de follow-up ondanks meer comedicatie met orale glucoseregulerende middelen. De auteurs speculeren dat dit mogelijk door een verlaagde therapietrouw zou kunnen komen die bij jongere patiënten vaak minder is. Groep 2 was de grootste sub-groep (84%) en liet een stabiele HbA1c daling tot rond de 55 mmol/mol zien over de gehele follow-up. Groep 3 (8%) had een gemiddeld hoge HbA1c van meer dan 85 mmol/mol bij start en een snelle initiële daling die daarna weer opliep tot boven de 60 mmol/mol. Deze laatste groep was relatief laat gediagnosticeerd met diabetes type 2 en hun bloeddruk en LDL-cholesterol  waren op het moment van starten met insuline relatief slecht gecontroleerd. De resultaten laten zien dat bij het starten van insuline therapiebegeleiding en monitoring op maat nodig voor een optimaal behandelresultaat. Klik hier voor de volledige studie.